Xenotilapia sima

Lang niet alle soorten Xenotilapia zijn vissen die de bodem van het aquarium schoon houden door het zand op te happen en via hun kieuwen op eetbaars uit te zeven. De tot 15 cm. grote vis leeft in kleinere tot grote scholen in ondieper water op de zandvlakten van het Tanganyikameer. X. boulengeri wordt wel eens als een aparte soort aangeduid, maar het schijnt dezelfde vis te zijn als X. sima. De vissen zelf zijn weinig spectaculair gekleurd: zo hebben ze voor op het van weinig schuilplaatsen voorziene zand nog een redelijke bescherming. Door hun eenvoudige kleur vallen de grote gele ogen goed op. Omdat het een scholenvis is, kunnen ze het best in een groep van 5 tot 10 exemplaren gehouden worden. Ze zijn niet kieskeurig wat eten betreft.

Het territoriale mannetje lokt het vrouwtje naar zijn gegraven ondiepe kuil, waar ze paren. Daarna zoekt het vrouwtje met de eitjes in haar bek de veiligheid van de groep weer op. De jongen gaan, net zoals de ouders doen, zodra ze zijn losgelaten op zoek naar voedsel. Alle fijne voedsel wordt geaccepteerd. Artemia-nauplieën en fijngewreven droogvooer zijn zeer geschikt om de jongen mee groot te brengen. Buiten de moeder die de jongen heeft uitgebroed, zien de overige Xenotilapia’s de jongen als een welkome aanvulling op het menu. Wanneer er van een kweek jongen moeten overblijven, kan het dragende vrouwtje in week 2-3 na het afzetten worden uitgevangen (niet uit het water laten komen). 

Vanwege hun gedrag is een groot bodemoppervlak met fijn zand een vereiste. Bak vanaf 1.50. Verder moet de bak goed afgedekt zijn: ze kunnen als ze schrikken ver uit de bak springen. Ook bij uitvangen kan dat gebeuren. Ze schieten meestal in de hoeken de bak uit.

MINOLTA DIGITAL CAMERA