Triglachromis otostigma

De moddereter van het Tanganyikameer, met de duidelijke vlek op de kieuw (otostigma vertaald = “oorvlek”). Ze houden zich in het wild voornamelijk op waar zich slib op de bodem heeft verzameld. Riviermondingen zijn zulke plekken. De tot 16 cm. grote Triglachromis otostigma heeft een lang darmstelsel. Dat heeft met zijn voedingsgewoonte te maken: met zijn kwastvormige borstvinnen (foto hieronder) tast hij de modderbodem af naar voedsel, dat hij vervolgens met modder en al opneemt. Uit de opgenomen modder wordt het voedsel verteerd, de rest komt aan de achterkant weer naar buiten. Eigenlijk is het dus een alleseter die plantenresten en kleine diertjes uit de modder eet.

In het wild graven deze biparentale muilbroeders (net als N. kungweensis) tunnels in de modderbodem. Om de kweek te laten lukken, kan dit worden nagebootst door de bak in te richten met een aantal PVC-pijpen die ingegraven en gevuld met aquariumzand zijn. De vissen zullen deze uitgraven. Het vrouwtje zet 60 tot 100 eitjes af die ze zelf het eerst in de mond neemt. Gedurende de broedperiode van 2 weken wisselen de jongen regelmatig van ouder, zodat deze kunnen eten. De jongen blijven nog geruime tijd in de buurt van hun ouders.

Zorg voor PVC-buizen, en reken er niet op dat de inrichting van het aquarium gerespecteerd wordt.