Techniek

Verwarming

De verwarming moet voldoen aan drie criteria: het wattage moet voldoende zijn om de hoeveelheid water te verwarmen, hij moet veilig zijn en er moet voldoende watercirculatie om het element heen zijn. Vaak is de vuistregel 1 Watt per liter te horen, maar we moeten goed beseffen dat een groter aquarium relatief minder warmte verliest dan een kleine bak (minder glasoppervlak per liter inhoud). Dat betekent dat een kleine bak in verhouding een sterker wattage nodig heeft dan een grote. Zo is voor een bak van 50 liter 75 Watt goed, voor 200 liter 150 Watt en voor 500 liter 300 Watt. 

Er zijn verschillende soorten en merken verkijgbaar, maar het verdient aanbeveling niet te bezuinigen bij de aankoop van een verwarming. Goedkopere verwarmingen, die op de ouderwetse manier zijn geproduceerd, hebben vaak geen beveiliging tegen oververhitting. Een verwarming dient zo geplaatst te zijn dat er voldoende water omheen circuleert: de temperatuurverschillen in het aquarium blijven zo beperkt en er wordt voorkomen dat het element erg heet kan worden. leg de verwaming dus niet op de bodem, en zet er geen planten vlak omheen.

Het blijven hangen van een thermostaat is veelal een teken van slijtage van de verwarming. Een verwarming bestaat uit 2 delen: de thermostaat en het verwarmingselement. Bij een moderne aquariumverwarming zijn beiden in één geheel ondergebracht. De thermostaat bestaat uit een contact en een bimetaal. Dat zijn 2 metalen die op elkaar liggen. Omdat die metalen beiden meer of minder uitzetten bij een temperatuurstijging of -daling, buigt dat metaal. Zo kan het bij een lagere temperatuur contact maken zodat er een stroom gaat lopen door het verwarmingselement, waarbij warmte vrijkomt. Is het water in de omgeving van de thermostaat op de gewenste temperatuur, dan verandert de buiging van de bimetaal waardoor het contact weer verbroken wordt. Door slijtage of corrosie (roest) kan het gebeuren dat dit bimetaal niet goed terug buigt en contact blijft maken: ‘hij blijft hangen’. Resultaat hiervan is dat het verwarmingselement blijft verhitten. Hoe hoger het wattage in verhouding tot het watervolume, hoe sneller de temperatuur stijgt. Met alle gevolgen vandien.

Filteren

De beste filtermethode, misschien flauw, maar is en blijft water verversen. 20% van het volume van het aquarium per week is zeker geen overbodige luxe. Verder worden er voor Tanganyika-aquaria globaal 2 filtermethoden gebruikt, al dan niet gecombineerd:

  • snelfilters: de bekende Eheim-filters zijn daar een voorbeeld van. Worden alleen deze gebruikt, dan moet men goed het nitriet/nitraat-gehalte van het water in de gaten houden. Deze filters nemen vooral grote delen uit het water op mechanische wijze en hebben een kleine biologische werking.
  • biologisch filter: in deze filters, die vaak een inhoud hebben van 20 tot 40% van de inhoud van het aquarium zelf, wordt in het eerste compartiment vooral grof vuil uit het water gefilterd, in latere compartimenten wordt het doorstromende water met zoveel mogelijk oppervlak in contact gebracht. Op deze oppervlakken (fijne watten, zeoliet (een zeer poreus gesteente)) vestigen zich, na enting van het filter, bacteriecultures die verschillende verbindingen in het water omzetten in andere. Soms zie je dat mensen keramisch pijpjes gebruiken in een ‘bioloog’: ze zouden een groot oppervlak bieden voor bacteriën en voor veel werveling in het doorstromende water zorgen, zodat er veel contact is tussen de bacteriën en het water. Tegenwoordig worden deze pijpjes steeds minder gebruikt. Als je voor een groot hechtoppervlak voor bacteriën wilt gaan, koop dan zeoliet. Verder zijn groene filterwatten (zeer fijn) ook geschikt voor een biologische werking. Blauwe en witte watten lenen zich voor het verwijderen van zweefvuil.

TIP: als je zeoliet koopt: koop het in een vijverwinkel, verpakt voor de vijver. Véél goedkoper dan voor het aquarium, zelfde spul. Voordat je in het filter doet: eerst goed uitspoelen en enten met een beetje gezonde filterinhoud. 

Bij een biologisch filter zijn er echter een paar eenvoudige spelregels waar men zich aan moet houden, om te voorkomen dat het op een ramp uitdraait: laat er ALTIJD water door stromen. Als de stroom langer dan een uur is uitgevallen: filter niet meer inschakelen. Doordat er onvoldoende zuurstof wordt aangevoerd, gaan de aanwezige bacteriën over van een aerobe afbraak naar een anaerobe (rotting). Hierbij komen giftige stoffen vrij, die bij opnieuw inschakelen van de stroom massaal in het aquarium terechtkomen. Verder dient men GEEN MEDICIJNEN aan het aquariumwater toe te voegen: dit zijn meestal antibacteriële middelen, waardoor de aanwezige bacteriën gedood worden. Een ‘dood’ filter kan eveneens een grote hoeveelheid rottingsmateriaal opleveren.

Een biologisch filter is bij een aquariumspeciaalzaak te koop. Zelf maken is vaak erg eenvoudig en een stuk goedkoper. 

Voorwaarde is wel dat het aquarium waar dit op moet worden aangesloten een overloop, of een (rond) gat in de bodem heeft. In dit gat kan een pijp worden gelijmd die tot aan het wateroppervlak reikt. Het filter zelf is te fabriceren door in een bestaand (oud) aquarium enkele plaatjes glas in te lijmen (zie schema), zodat het doorstromende water door de filtermassa zigzagt. In het eerste compartiment komt het water binnen. Hier kan bv. de verwarming worden geplaatst, zodat deze niet in het aquarium gehangen hoeft te worden. In het eerstvolgende compartiment kunnen watten worden gedaan om de grove stukken vuil op te vangen. Vervolgens kunnen bv. fijn watten volgen, keramische staafjes, zeoliet, actieve kool etc.. Bij het puntje hierboven staat nog meer informatie over een biologisch filter.

Voor de filtercapaciteit wordt meestal aangehouden dat de inhoud van het aquarium tenminste tweemaal per uur het filter passeert. Viermaal per uur is geen overbodige luxe. Zo ontstaat er een goede beweging in het water in het aquarium waardoor vuil door de stroming wordt meegenomen richting het filter. Wanneer een grotere filtercapaciteit leidt tot teveel stroming in de bak (ongewenst?) kan de uitstroomopening groter gemaakt worden. 

Verlichting

De verlichting is afhankelijk van de hoeveelheid alg die men op de rotsen wenst, en de planten die men eventueel in de bak heeft staan. Grofweg genomen: 1 Watt TL-verlichting per 5 tot 10 liter aquariuminhoud. Het is zinloos verder de hoeveelheid licht te bespreken: de eerder genoemde factoren, alsmede de belichtingsduur, grootte en de plaats van het aquarium zorgen ervoor dat elke situatie apart bekeken moet worden. 

De soortenverlichting die gebruikt kunnen worden zijn met name TL-verlichting en HQL-lampen. TL-verlichting is niet erg duur, gunstig in stroomverbruik en levert egaal over het aquarium verspreid licht. HQL(kwikdamp)-lampen zijn fors duurder en zijn geschikt voor grotere aquaria, maar leveren licht van een natuurgetrouwe kleur en helderheid.