Afgebeeld: N. sexfasciatus ‘Gold’. Deze cichliden heeft zes dwarsbanden, zoals de Latijnse naam al zegt, en wordt niet groter dan zo’n 15 cm, de vrouwtjes blijven wat kleiner. Toch wordt deze vis nog wel eens verward met Neolamprologus tretocephalus en Cyphotilapia frontosa. De dieren kunnen met een leeftijd van zo’n 18 maanden geslachtsrijp zijn. Ze eten voornamelijk eiwitrijk voer, dus de meeste cichlidenvlokken of -sticks volstaan.
Wanneer zich een paar gevormd heeft worden de vissen uit de omgeving verjaagd. Een afzetplaats wordt schoongemaakt en de eieren worden gelegd. Ze worden dan tot het uitkomen door vrouwtje ‘bewaaierd’ om ze van zuurstof te voorzien. Na het uitkomen worden de larfjes (tot 200) verplaatst. Zodra de jongen wat meer hun eigen weg gaan, kan er artemia worden gevoerd. Het vrouwtje wil ook wel een voer kauwen en tussen de jongen uitspuwen. Na 2 tot 3 weken zorgt het vrouwtje minder voor de jongen, maar het mannetje blijft ze nog een tijdje agressief verdedigen. Dat is een lastige klus, want de jongen van Neolamprologus sexfasciatus zijn geneigd op ontdekkingsreis te gaan. Op de foto een exemplaar in het wild, met jongen.
Houdt er rekening mee dat het mannetje nogal agressief kan zijn tijdens de broedzorg. De agressie kan zich ook tegen het vrouwtje richten.