Lamprologus kungweensis

Eén van kleinste cichliden van het Tanganyika-meer wordt vaak in de literatuur een slakkenhuis-cichlide genoemd. Dat is niet helemaal juist. Deze vis voelt zich het best thuis op een stevige modderbodem waar hij een tunnelvormig hol graaft. In het aquarium wordt vrijwel nooit een modderbodem aangeboden, zodat het visje zijn toevlucht zoekt in een bij voorkeur half ingegraven slakkenhuis. Het mannetje wordt zo’n 6 cm., het vrouwtje wordt vaak niet groter dan 4 cm.. Het vrouwtje heeft een zwarte vlek op de rugvin, het mannetje niet. Ze leven in de natuur van kleine kreeftachtigen en andere organismen die zich op, boven en in de modderbodem ophouden. In het aquarium volstaat een goed cichliden-vlokkenvoer. Afgebeeld is Lamprologus kungweensis “Two Spot”.

Hoewel Lamprologus kungweensis veel in de bodem zal graven, zal voor het afzetten van eieren toch de voorkeur geven aan een slakkenhuis. Dat komt met name doordat er in het aquarium geen diepe gangen en een stevige bodem gegraven kunnen worden. Elke vis heeft in principe zijn eigen holletje. Bij het paaien wordt door het vrouwtje in eenn holletje een aantal eieren afgezet. Als ze het holletje/slakkenhuis weer uitkomt, zwemt het mannetje naar binnen om de eitjes te bevruchten. Hierna kan men, indien gewenst, het slakkenhuis uit de bak nemen en met eitjes en al in een andere bak plaatsen met hetzelfde aquariumwater. Doe dit wel heel voorzichtig: De eitjes van L. kungweensis plakken niet aan de schelp vast, zodat ze er makkelijk uitrollen. 
Na een week zijn de jongen uit het ei. Het vrouwtje neemt de directe broedzorg op zich, terwijl het mannetje nieuwgierige vissen uit de buurt houdt. De jongen kunnen worden gevoerd met artemia-naupliën.

Het is een bodembewoner, waarmee bedoeld wordt dat deze vis zich IN de bodem moet kunnen ophouden. Biedt deze vis in het aquarium daarom verspreid een ruim aantal deels ingegraven slakkenhuizen aan. Er moeten meer slakkenhuizen dan vissen zijn. Indien verschillende mannetjes een te klein territorium kunnen handhaven en er zijn te weinig slakkenhuizen, kan dat leiden tot zware gevechten. Als bodembedekking moet fijn zand gekozen worden. De vis lijkt in uiterlijk en gedrag op Lamprologus signatus. Verschil L. signatus en L. kungweensis: de man van L. signatus heeft dwarsstrepen, de vrouw van L. kungweensis niet. Verder heeft de vrouw van L. kungweensis heeft een zwarte, ovale vlek in de rugvin.