Mastacembelus plagiostomus

Mastacembelus plagiostomus heette tot 2005 Caecomastacembelus, tot bij onderzoek bleek dat de gehanteerde aparte benamingen voor de Afrikaanse stekelalen niet voldoende morfologische basis kenden. Deze bijzondere vis die tot 30 cm. lang kan worden, leeft in het rotsachtige gebied tussen de 1 en 4 meter diepte. Hij houdt ervan om zich te verschuilen in de talrijke holen die daar aanwezig zijn en fourageert op de zanderige delen van de kust. In het Nederlands wordt het dier stekelaal genoemd, maar er is geen verwantschap met de aalachtigen. Het eerste deel van de naam is beter bedacht: over een groot deel van de rug is de rugvin omgevormd tot een lange rij stekeltjes. De vis past zich goed aan in gevangenschap en kan worden gevoerd met allerlei voedsel, dat niet te hoog in plantaardig aandeel is. De vis heeft een kort spijsverteringskanaal en kan plantaardig voedsel minder goed verteren.

De vissen vertonen een korte broedzorg tot de kleine stekelaaltjes hun geboorteplaats verlaten. Ze leggen ca. 200 eitjes van 2,5 mm. doorsnee. De kleine stekelaaltjes kunnen gevoerd worden met gezeefde cyclops.

Deze vis zal er niet voor terugschrikken kleinere (slapende) vissen als een welkome aanvulling op zijn menu te beschouwen. Vooral eierleggende soorten vinden nogal eens een leeg nest. Medicijnen: ze zijn overgevoelig voor formaline en malachietgroen.