Lamprologus signatus

Tekst: Melchior de Bruin.

Deze kleine slakkenhuiscichlide wordt niet groter dan 6 cm. Het mannetje heeft een strepenpatroon, het vrouwtje heeft geen tekening en is beige-bruin gekleurd (zie foto onderaan). Bij de juiste lichtinval zijn mooie regenboog-kleuren waar te nemen op de schubben en rond de oogjes. Lamprologus signatus “zit” (ze houden zich op of tegen de bodem op) samen met z’n partner op een gekozen plekje, dat goed wordt bewaakt. Het is een ideale vis voor een klein aquarium door zijn lengte en vrij zachtaardige karakter. Ze kunnen het best als koppeltje worden gehouden. De vis leeft in het Tanganyika-meer op zanderige of modderige bodems. In het aquarium wensen ze ook een aantal slakkenhuizen of pvc-buisjes (in de bodem gestoken) in de buurt te hebben. Net zoals Lamprologus kungweensis (niet met deze vis te verwarren) graaft deze vis een langwerpig hol in een zand- of modderbodem. Elke vis graaft een eigen tunnel. Verschil L. signatus en L. kungweensis: de man van L. signatus heeft dwarsstrepen, de vrouw van L. kungweensis heeft een zwarte, ovale vlek in de rugvin. Het voedsel bestaat uit kleine kreeftachtigen en ander levend voer. Ze doen het echter prima op verschillende complete droogvoeders.

Lamprologus signatus is een holenbroeder, de eitjes worden afgezet in een tunneltje van ca. 10 cm. lang en 1,5 cm breed dat gegraven wordt in de modderige bodem. Een (deels) ingegraven slakkenhuis kan ook als broedhol dienst doen. Mocht dit slakkenhuis verwijderd worden om de eitjes elders uit te laten komen: de eitjes plakken niet in het ei vast, zoals de eitjes van andere holenbroeders dat wel doen. Beide ouders zorgen voor de jongen. Ze zijn dan iets territorialer jegens andere bewonders van het aquarium. Jongen kunnen worden gevoerd met artemia-nauplieën afgewisseld met fijn droogvoer om hieraan vast te wennen.

Deze vissen zijn vrij brutaal als het aankomt op de verdediging van nest en “woning” en geraken niet snel in de stress. Is dit wel het geval kan het een paar dagen duren voordat ze weer bijkomen.