Lamprologus lemairii

Lepidiolamprologus

Tekst: Edwin Kuyntjes

Algemeen
Deze soort werd voor het eerst beschreven door Boulenger in 1899. Later is dit Lepidiolamprologus lemairii geworden en in de handel en hobby wordt hij nog veelvuldig zo aangeduid. Vergeleken met de andere leden uit de Lepidiolamprologus-familie is deze L. lemairii echter een rasechte “heilige”. DNA heeft verder uitgewezen dat L. lemairii nauw verwant is aan Lamprologus callipterus en veel minder aan de andere Lepidiolamprologus-soorten waardoor de indeling onder de Lamprologus familie terecht lijkt.

Het is een vis die nooit moeilijk doet, af toe een dreigje terug maar dat is het dan ook! Deze vis met een boos lijkend hoofd en grote ogen sluipt langzaam over de bodem of hangt roerloos gecamoufleerd tussen een paar rotsen. Over het algemeen is deze vis ook geen bedreiging voor je andere vissen omdat ze het slechts voorzien hebben op vissen die zich ziek of gewond gedrag vertonen. Let op: hier horen ook vissen bij die net in het aquarium gezet worden, en dus “de weg een beetje kwijt zijn”. L. lemairii lijkt liever lui dan moe te zijn. Als flexibele regel kan men er beter geen vissen bij plaatsen die een kwart van hun eigen lengte zijn. Het nadeel van deze vis is dat het mannetje de 26 cm kan halen.

Kweek
Over de kweek is weinig bekend, maar heeft gezien de populairitiet van deze vis waarschijnlijk weinig zin, het is beter deze vis als eenling te houden, alleen doen ze het prima.

Bijzonderheden
Deze vis past in bijna elk bestand, mits de grootte van de andere vissen erop afgestemd wordt.