
Tekst: Bart Jansen
Algemeen
In de handel wel eens aangeboden als: Tanganyika lichtoogje of Tanganyika-killi. Dat laatste klopt, hoewel er ook een andere killi in het meer te vinden is (en die wél terecht het Tanganyika lichtoogje wordt genoemd): Lacustricola pumilus.
L. tanganicanus wordt tot 14 centimeter groot en is daarmee de grootste Afrikaanse killivis. In het aquarium halen ze afmetingen die beduidend minder zijn. Het zijn actieve zwemmers en ze hebben liefst een ruime bak (vanaf 400 liter). Ze komen in een grotere groep (school) het best tot hun recht. Denk daarbij aan tenminste 8 exemplaren. 20 is beter. Het is een zeer aantrekkelijke vis voor de grotere Tanganyikabak met veel open zwemwater, temeer omdat het geen cichlide is. De mannetjes zijn, als ze volwassen zijn mooier gekleurd en iets groter dan de vrouwtjes. Zoals de meeste killy-vissen leven ook deze vissen slechts enkele jaren. Omdat het van nature plankton-eters zijn, moet er regelmatig fijn levend voer worden aangeboden.
Kweek
Ze leggen hun eitjes in een nauwe rotsspleet: daar zijn ze veilig tegen rovers. Men kan afzetruimte scheppen door enkele platte stenen op elkaar te leggen, met een spleet van 2-3 mm. ertussen. Die spleet kan gemaakt worden door enkele kleine grintkorreltjes tussen de stenen te lijmen. De platte stenen kunnen bijeengehouden worden door een ijzerdraadje of touwtje. Het leggen van de eitjes kan langere tijd in beslag nemen, komt een groep eenmaal tot voortplanting, dan kunnen er bijna voortdurend eitjes geoogst worden. De eitjes zijn ca. 2,5 mm in doorsnee en zijn vrij stevig. Afhankelijk van de waterkwaliteit komen de eitjes na 16-17 dagen uit. De direct vrijzwemmende larfjes kunnen met stofvoer en artemia gevoerd worden.
Bijzonderheden
Omdat deze vis behoorlijk schrikachtig van aard is, verdient het aanbeveling deze vis te combineren met cichliden die wat rustiger van gedrag zijn. Tropheus-soorten horen daar met hun drukke gedrag niet bij. Ze raken snel gestresst en beschadigen snel; zeker als er predatoren in de bak rondzwemmen. Door een grotere rover kunnen ze zelfs als voer worden gezien, bijvoorbeeld door Cyphotilapia frontosa. Verder zijn ze erg fragiel en sterven snel indien ze beschadigd raken. Meestal gebeurt dat als ze in een schrikreactie hard tegen de aquariumruimt aan zwemmen. Het aquarium moet een rustige standplaats hebben, vrij van schokken en plots fel licht. Een zwak nachtlampje laten branden is aan te bevelen.