Deze door de kleurenpracht populaire vis voedt zich met bezinksel dat op de rotsen ligt. Uiteindelijk worden de plantaardige en dierlijke voedseldelen hieruit verteerd en verlaat het niet bruikbare materiaal het lichaam weer. De darmen van de vis verwerken daardoor grote hoeveelheden zand. Voor een gezonde vis is dan ook een bodem van fijn zand noodzakelijk. De mannetjes worden ruim 20 centimeter, de vrouwtje blijven een centimeter of 6 kleiner. De mannetjes kunnen bijzonder mooie kleuren hebben, maar laten deze alleen zien bij een optimale verzorging in het aquarium, en dan nog alleen als ze helemaal op hun gemak zijn. Ze kunnen hun kleuren in een mum van tijd laten verdwijnen en verschijnen.
De mannetjes bouwen zeer bijzondere nesten: ronde zandheuvels tot wel een halve meter hoogte, met een kuil op de afgeplatte top. Zie ook de foto onderaan. Ze worden fel verdedigd. Paaiende mannen hebben een onwaarschijnlijk mooie kleurenpracht. Het vrouwtje zet boven op de heuvel 20-30 eitjes af, waarna de man ze bevrucht. Ze worden 4 weken in de bek gehouden. Het wordt aangeraden de vrouw na ei-afzetten apart te zetten, omdat ze anders de broedzorg kan afbreken doordat ze continu door de man wordt lastiggevallen.
Deze vissen kunnen nogal teleurstellend zijn als ze hun optimale kleuren niet laten zien. Het is dan ook een vis voor de gevorderde liefhebber met een ruime bak (500 liter voor een koppel). Het verdient aanbeveling de dieren niet als volwassen wildvang aan te schaffen, omdat ze door de reis zo van slag kunnen raken, dat ze nooit meer hun mooie kleuren laten zien.
Verder is het verstandig deze vis onder te brengen met rustige medebewoners. Tropheus, Petrochromis en Cyprichromis jumbo kunnen dan beter vermeden worden. De vis gedijt optimaal als het gezelschap echt aanzienlijk kleiner is.