Callochromis stappersi

Deze vis zou volgens sommige berichten een geografische variant van Callochromis pleurospilus zijn. Daar bestaat echter discussie over: er zijn namelijke enkele uiterlijk verschillende kenmerken. Naast verschillen in kleur zijn er morfologische verschillen in de aantallen (rijen) tanden. In het wild komen de vissen voor in ondieper water (1 tot 1,5 meter) met een zandbodem. Normaal gesproken zijn dit de diepere delen van het meer; deze dieren worden echter meestal aangetroffen op plaatsen waar rivieren in het meer uitmonden. Daar wordt door de rivieren veel sediment aangevoerd. Ze worden ook gevonden tot 30 meter diepte. De vissen happen steeds wat zand op en zeven dit om kleine slakjes, insectenlarven en andere ongewervelden eruit te halen. Hun dieet is dan ook voornamelijk dierlijk. De mannetjes zijn sterk teritoriaal en kunnen onderling agressief zijn. Ze worden maximaal 12 cm., de vrouwtjes blijven iets kleiner. In het wild vormen ze grote groepen, in het aquarium kan men het best een groepje van 2-3 mannen met 4-6 vrouwen houden. Het aquarium moet ruim zijn. 2 meter lang is zeker niet overdreven.

De mannetjes bouwen een zandhoop met een kuil in het midden als nest. Zo’n nest kan tot 15 cm. hoog worden. De nesten van verschillende mannen liggen in de natuur enkele meters uit elkaar. Andere mannen worden niet in de buurt van het nest getolereerd. Het zijn maternale muilbroeders en er worden rond de dertig eitjes afgezet die na 3 weken uitkomen. Na het uitspuwen van de jongen heeft het vrouwtje nog weinig aandacht voor de jongen. De jongen kunnen met allerhande klein levend voer worden grootgebracht. Ze groeien snel en vertonen na een half jaar al de eerste tekenen van sexuele activiteit.

Zoals gezegd zijn de vissen onderling agressief en is er een aquarium van minstens 2 meter nodig voor een kleine groep. Omdat de dieren door hun bouw en gedrag eenvoudig hun ogen kunnen beschadigen, moeten stenen met scherpe randen vermeden worden.