Bathybates ferox

Foto’s: Magdalena Kwolek-Mirek – Suephoto

Algemeen
Zoals de naam al aangeeft, is Bathybates een felle jager uit de diepe wateren (bathy: diep, bates: gaand, ferox: woest, hevig). De vis wordt soms in lichte, ondiepe wateren aangetroffen, maar is ook gevangen op diepten van meer dan 100 meter. Ze komen in het gehele meer voor. Met zijn gestroomlijnde lichaam, nauwsluitende schubbenpatroon en stevig getande bek is de vis uitgerust om prooien te achtervolgen en te grijpen. De verschillende soorten Bathybates lijken evenwel een eigen voorkeur voor prooidieren te hebben. Daar waar dat voor de andere soorten meestal de Tanganyika-sardines Limnothrissa en Stolothrissa zijn, is bij bestuderen van de maaginhoud van Bathybates ferox Xenotilapia als prooidier aangetroffen. Omdat B. ferox op gezette tijden en als jonge vis in meer ondiepe wateren te vinden is, kan het zijn dat het dieet varieert al naar gelang de plaats waar de vis gevonden wordt. De vissen kunnen tot 35 cm. lang worden; ze worden voornamelijk in kleine scholen en groepen aangetroffen. Mannelijke dieren hebben een tekening van donker vlekjes en strepen op een zilverachtig lichaam, vrouwelijk dieren hebben deze tekening niet. Mogelijk vormen ze in de diepere wateren grotere scholen; de habitat aldaar staat niet eenvoudig toe dit te onderzoeken. In het meer zijn het populaire consuptievissen, die met een hengels gevangen worden.

Kweek
Over de kweek is weinig bekend. Mogelijk zetten de dieren in open water af, waar de eitjes in de bek worden genomen. Pierre Brichard vermeld dat ze in groepen op ondiepe zandgronden afzetten, en dat de jongen daar ook worden uitgebroed. Uit sectie op een vrouwelijk bleek dat de eitjes wel 6 mm in doorsnede kunnen worden. De jonge vissen blijven tot ze ongeveer 8 cm. zijn in ondiep water, waar ze zich tussen andere schoolvormende vissoorten begeven, en de jongen van deze vissen eten.

Bijzonderheden
Het mag duidelijk zijn dat deze vis alleen geschikt is voor aquaria van enorme afmetingen, met dien verstande dat deze vissen dan mogelijk in leven kunnen blijven, maar bij lange na niet hun natuurlijke gedrag kunnen ontplooien.

Bronnen:
Cichlids and all other Fishes of Lake Tanganyika, Pierre Brichard, T.F.H. Publications, Inc, 1989
Tanganyika Cichlids in their Natural Habitat, Ad Konings, Cichlid Press, 1998