Asprotilapia leptura

Tekst: Edwin Kuyntjes

Algemeen
Dit vermakelijk ogende visje heeft de neiging treitergedrag ten opzichte van andere vissen te vertonen. In feite is het een vis die al snel het hazenpad kiest zodra hij zelf aan de beurt is. Vooral leden van de Xenotilapia-familie worden graag achterna gezeten; opletten dus wanneer je deze wilt combineren in je bak. Omdat het van nature grazers zijn, en dus ondiepwatervissen, zullen ze het beste doen in een bak met stenen en alg die ze zullen afgrazen. Als aanvulling kunnen ze ook prima wat dierlijk voer hebben. Het zijn geen vissen die alleen met groeneters samen gehouden hoeven te worden. Ook al leven ze grotendeels op een groen dieet is het niet verstandig ze te combineren met drukke groepen Tropheus en Petrochromis. Het is toch een kwetsbaar visje. Door de onderlinge agressiviteit zijn ze in het gemiddelde aquarium over het algemeen het beste als koppel te houden. Zoniet dan kunnen soortgenoten in de verdrukking komen of koppels hoeken gaan bezetten wat de zwemruimte van de vissen niet ten goede komt. De Asprotilapia koppelt makkelijk. Het houden van een koppel levert de minste problemen op.

Het meest opvallende aan de vis is het stompe voorhoofd. Hij lijkt hierdoor een beetje op een snelle zeevis. Hij is in een aquarium dan ook lastig te vangen. De bek ziet er anders uit in vergelijking met bijvoorbeeld Tropheus of Petrochromis, ondanks dat het ook hoofdzakelijk een Aufwuchseter is. Een bron op internet vermeldt dat de vis ook graag een worm lust wat verklaard kan worden door aanwezige conisch gevormde tandjes. In het aquarium grazen ze echter vooral en doen ze het uitstekend op een dieet van spirulinavlokken, eventueel aangevuld met garnalenmix (diepvriesvoer dat complete garnalen en o.a. doperwten bevat).

Kweek
De eieren worden de eerste week door het vrouwtje in de bek genomen, waarna het mannetje het vanaf de tweede week in zijn bek neemt. Al binnen 3 weken worden de jongen voorzichtig losgelaten. Afwijkend van de Xenotilapia is het hoofdzakelijk alleen het mannetje die de jongen nog gedurende twee weken terug de bek in neemt. Het vrouwtje bewaakt hierbij alleen nog. Ze zijn vrij pittig in het beschermen van hun jongen. Dit kan lastig zijn in kleinere aquaria. Er zijn geen uiterlijke verschillen tussen man en vrouw. De jongen zijn groot in lengte maar klein in aantal. Nestjes met veel meer als vijftien stuks zullen niet waarschijnlijk zijn. Omdat ze van nature alg eten, wat te zien is aan de vorm van hun bek, is het handig ze te voeren met fijne stukjes spirulina en bv fijne cyclops. Al reeds bij het loslaten hebben ze dezelfde langwerpige vorm als hun ouders. Het zijn enorm snelle groeiers. 

Bijzonderheden
Leuk en interessant visje. Jammer dat ze zo weinig kleur hebben. Het grappige hoofdje en het boeiende broedgedrag maken dit gelukkig weer goed.